Tibetaans filmmaker liet de angst achter zich

Wie het verontrustende artikel van Trouw-redacteur Gijs Moes van 27 november (‘Wie kritisch is in China, loopt altijd kans om zomaar te verdwijnen’) las, zou bijna vergeten dat in 2022 wederom ‘gewoon’ de Olympische Winterspelen in China werden gehouden.

Zo niet Dhondrub Wangchen, die die tot zes jaar gevangenisstraf werd veroordeeld nadat hij in aanloop naar de Olympische Spelen in Peking van 2008 een korte documentaire – Leaving Fear Behind – had geschoten. De film verhaalt over de erbarmelijke omstandigheden waarin de Tibetanen leven in hun land dat in 1951 door de Chinese Volksrepubliek werd geannexeerd. De documentaire ging destijds in première op de dag van de opening van de Spelen, op de Nederlandse ambassade in Peking.
Als Tibetaan lukte het Wangchen in de maanden voor de opening van de Spelen, samen met monnik Golog Jigme, landgenoten te interviewen die vertelden over de zware omstandigheden waaronder zij sinds de annexatie leven. Vlak voordat hij werd opgepakt wist Wangchen het filmmateriaal het land uit te smokkelen, waarna het Zwitserse Filming for Tibet de productie en distributie voor haar rekening nam. Kortgeleden deed de filmmaker op zijn Europese tournee Nederland aan, waar hij onder meer werd ontvangen in een Speciale Procedure, een formele procedure waarbij de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken hem ontving. Ook sprak hij met medewerkers van NOC-NSF en Amnesty International. In aanwezigheid van de maker werd eind november de documentaire getoond in het Amsterdamse Vrijburcht.

Zes jaar gevangenschap
In het theater heerst voorafgaand aan de vertoning een gemoedelijke sfeer. Rosemarijn Dissen, coördinator Tibet Support Groep Nederland en organisator van de avond, vertelt dat Wangchen ieder ogenblik verwacht wordt, zijn ontmoeting met politici in Den Haag loopt iets uit. Als een ‘Tibetaans kwartiertje’ later Wangchen samen met zijn tolk en Wangpo Tethong (directeur van International Campaign for Tibet Europe) de zaal betreedt met Hollandse regenspetters op zijn lange, zwarte donsjas, valt vooral zijn bescheidenheid op. Met gevouwen handen begroet hij de gasten en neemt plaats op een klapstoeltje. Wangchen vertelt vooraf over zijn verdwijning van een jaar, na het verschijnen van de film in 2008. Na zes jaar gevangenschap waarin hij verplicht vijftien uur per dag dwangarbeid verrichtte, werd hij, mede door de grote internationale druk, vrijgelaten. Hierna ging hij nog gebukt onder de surveillance die onder de buitengerechtelijke detentie in China valt, waarna hij met hulp van buitenaf het land kon ontvluchten. Zijn vrouw en kinderen had hij voor zijn arrestatie al voor de zekerheid naar het buitenland gesmokkeld. Op dit moment werkt hij aan een nieuwe documentaire, die hij in Lausanne bij het IOC wil tonen. Zijn boodschap? Veel informatie uit Tibet wordt gecensureerd of is doorspekt van Chinese propaganda. In 2008 beloofde het land verbeteringen van mensenrechten, een van de redenen voor het IOC om hen de Olympische Spelen toe te wijzen. Die belofte werd echter verbroken en de situatie voor de minderheden in China werd er sinds 2008 niet beter op. Het IOC zou dan ook de Spelen van 2022 moeten afgelasten, aldus Wangchen. De berichten over misstanden die vanuit China het buitenland bereiken, zoals ook Gijs Moes eerder in zijn artikel in Trouw aanhaalde, komen ‘van sommige dappere mensen’. Of in de woorden van Wangchen: mensen die de angst hebben achtergelaten.

De film
Uitgangspunt van de documentaire is de vraag hoe de Tibetanen de Spelen van 2008 zien. Is het werkelijk een feest van vrijheid en vrede, zoals het IOC en de Chinese regering wil doen voorkomen? Allereerst het standpunt van de Chinese regering. Die verkondigen in de aanloop naar de Spelen dat er veel voor de Tibetanen is verbeterd en dat hun godsdienst(en), taal en autonomie worden gerespecteerd. Al snel blijkt uit de interviews dat de Tibetanen het tegenovergestelde ervaren. Het vee van de nomadische boeren kan niet grazen waar het wil, vaak worden stukken land met prikkeldraad afgesloten en aangewezen als no go areas voor de boeren. Andere geïnterviewden verklaren dat de Spelen voedselprijzen doen toenemen, waar veel Tibetaanse burgers onder lijden. Wangchen bezoekt ook een alternatieve school waar jonge Tibetanen hun landgenoten clandestien onderwijzen in het Tibetaans en in de Tibetaanse cultuur. Wellicht de meest ontroerende scene speelt zich af in een kamer waar een groot aantal, vooral oudere, Tibetanen zich rondom een krakkemikkig televisietoestel hebben geschaard. Op het televisiescherm zijn de beelden te zien van de dalai lama die door George W. Bush de Congressional Gold Medal krijgt opgespeld. De meeste oudjes zijn tot tranen toe geroerd, een dame verklaart dat ze maar een wens heeft: dat de dalai lama terugkeert en dat zij hem kan ontmoeten. En net als de dalai lama pleit ook Wangchen voor de zogenaamde ‘middenweg’ als route naar een oplossing; een compromis tussen onafhankelijkheid en opgaan in China, oftewel betekenisvolle autonomie. Wangchen hoopt dat genoeg Tibetanen zich kunnen verenigen in het volgen van de middenweg, om op die wijze en geweldloos de Chinese Communistische Partij (CCP) tot inkeer te laten komen. Een scene later vertelt een monnik dat de CCP zelfs door betaling van steekpenning probeert de Tibetanen uit elkaar te spelen, ook worden er hoge beloningen uitgeloofd aan verklikkers. Aan het einde van de film is het duidelijk dat met de komst van de Spelen in 2008, de CCP de restricties en surveillance heeft opgeschroefd, in plaats van de permanente versoepelingen die werden beloofd. En er is geen enkele reden te denken dat dit in 2022 anders zal zijn.

Wrange estafette
Er is veel veranderd in de laatste veertien jaar maar helaas niet voor de Tibetanen. In de tussenliggende jaren heeft ook een andere minderheid in China veelvuldig het nieuws gehaald als het om mensenrechtenschendingen gaat; de Oeigoeren. Net als Tibet is ook Oost-Turkestan in de jaren vijftig van de vorige eeuw ingelijfd bij China. De naam van het land werd omgedoopt in Xinjiang. De wijze waarop China deze islamitische minderheid behandelt vertoont ook andere parallellen. De Chinese propagandamachine zet Xinjiang als interessant vakantiegebied in de spotlights en verklaart dat de Oeigoeren in alle vrijheid hun cultuur en geloof kunnen belijden. Maar ook hier is de realiteit het tegenovergestelde: naar schatting een miljoen Oeigoeren zitten in zogenaamde heropvoedingskampen en het wordt hen zeer lastig gemaakt hun eigen cultuur en religie uit te oefenen. En zo zijn de Oeigoeren onderdeel geworden van een wrange estafette in een race om vrijheid waarin zij het stokje hebben overgenomen van de Tibetanen. Overigens bestempelt Nederland, net als de VS, de situatie in Xinjiang als genocide.

Diplomatieke boycot
De wijdverbreide berichtgeving over de misstanden jegens de Oeigoeren, mede door de opkomst van sociale media, is nu de reden dat de Verenigde Staten een politieke boycot hebben aangekondigd van de Winterspelen in 2022 in Peking. De Amerikanen spreken van een aanhoudende genocide en andere mensenrechtenschendingen in Xinjiang en willen met de boycot een duidelijk signaal afgeven. Geen diplomaten, wel sporters dus, in tegenstelling tot de boycot van de Spelen van Moskou in 1980. Inmiddels is ook duidelijk dat bijvoorbeeld de Fransen hier niet mee akkoord gaan. Emmanuel Macron vindt een diplomatieke boycot een onbelangrijke maatregel. Volgens de Franse President moet men óf de Spelen in haar geheel boycotten óf “proberen de situatie te verbeteren met effectieve maatregelen”. Ook President Poetin van Rusland en VN-baas António Guterres hebben laten weten af te reizen naar de Spelen, terwijl het Verenigd Koninkrijk, Australië en Canada hebben aangekondigd geen diplomaten te sturen. Nederland zal geen officiële delegatie sturen omdat ‘omdat er geen toeschouwers aanwezig mogen zijn’ als gevolg van de coronapandemie. Andere landen beraden zich nog op stappen. Voor Wangchen is het ongelofelijk dat China nogmaals de mogelijkheid van het IOC krijgt om zich te profileren op het wereldtoneel, terwijl er niets is veranderd aan de situatie in Tibet.

In gesprek met het publiek
Terug naar het zaaltje in Vrijburcht, waar de aanwezigen vragen kunnen stellen aan de maker na de vertoning van zijn documentaire. Allereerst de vraag hoe Whangchen zijn gevangenschap heeft overleefd? Het gevangenisregime was extreem zwaar, met lange uren dwangarbeid. Het feit dat de internationale gemeenschap over de schouders van de Chinese machthebbers meekeek heeft eraan bijgedragen dat Wangchen tijdens de zes vreselijke jaren gevangenschap net iets beter behandeld werd. Als ik opper dat de Chinese regering er zeker van wilde zijn dat hij levend de gevangenis zou verlaten, beaamt hij dit.

Wat verwacht hij eigenlijk van de regeringsleiders en organisaties die hij op zijn Europese filmtour ontmoet? Allereerst, vertelt Wangchen, heeft hij al veel steun ervaren van Westerse landen, sinds de tour van start ging. Dat was ook het geval bij zijn ontmoetingen met politici, ambtenaren en medewerkers van NOC-NSF en Amnesty International in Nederland. Als mensen die in een vrije wereld wonen kunnen wij onze mond opendoen en onze volksvertegenwoordigers oproepen stappen te ondernemen, legt Wangchen uit. De regeringen zouden volgens hem hun democratische waarden meer op internationale podia moeten hooghouden, júist voor de mensen die dit niet zelf kunnen, zoals de Tibetanen en Oeigoeren. Sinds 2008 vinden er veel misstanden plaats in Tibet en het lijkt alsof het Westen hier blind voor is, terwijl ze wel zaken willen doen met China. Om zijn oproep te illustreren vertelt Wangchen dat hij nog tien broers en zussen heeft, waarvan er vijf binnen en vijf buiten Tibet wonen. De vijf binnen Tibet worden, veertien jaar na de vertoning van Wangchen’s documentaire, nog steeds lastiggevallen; ze moeten zich melden of krijgen bezoek van de politie.

Aan het einde van de Q&A gebeurt er iets opmerkelijks. Achterin de zaal zitten een aantal jonge mensen. Een van hen neemt het woord en verontschuldigt zich van tevoren voor haar slechte Tibetaans. Zowel Wangchen als zijn tolk, Loden Ribi, reageren vertederd op haar woorden en moedigen haar aan de vraag in het Tibetaans te stellen, wat zij dan ook doet: Hoe wist hij in de gevangenis dat hij in de buitenwereld werd gesteund? Wangchen legt uit dat er ook in gevangenissen een bepaalde hiërarchie heerst. Bepaalde hooggeplaatsten deelden informatie met hem en ook officiële functionarissen die van post verwisselden brachten hem nieuws. En zo eindigt de avond onbedoeld met het enige wat de Tibetanen koesteren: hoop op een vrij Tibet, of het nu de bejaarden zijn in een huiskamer in het moederland, of tieners van immigranten in een bescheiden zaaltje zo’n kleine 7.000 kilometer verderop.